2.3.1 Algemene ontwikkelingen
Door het wereldwijd uitbreken van de corona crisis , welke zowel een ongekende humanitaire als een economische crisis tot gevolg had en nog steeds heeft, verloren alle voorspellingen voor 2020 hun waarde.
Korte rente:
De korte depositorente is in 2020 door de Europese Centrale Bank (ECB) niet aangepast, dat wil zeggen dat als partijen geld willen stallen bij de ECB zij nog steeds 0,5% moeten betalen.
In verband met de economische gevolgen van de maatregelen ter bestrijding van corona zijn er door centrale banken en overheden ongekende opkoopprogramma’s van leningen en anderszins middelen ter beschikking gesteld om de economie te stutten. Het gevolg hiervan was dat de 3-maands Euribor rente fors daalde en op 31 december 2020 uit kwam op -0,541%. In de begroting hadden wij voorzichtigheidshalve gerekend met 0% voor leningen met een korte looptijd. Wij hebben leningen met een korte looptijd tegen gemiddeld -/- 0,50% kunnen afsluiten. Wij "verdienden" hierdoor circa € 203.000 in 2020.
De huidige marktverwachting is dat de 3-maands Euribor rente weinig zal veranderen in 2021, eerder nog een lichte daling dan een stijging, omdat de economische gevolgen van de corona crisis nog steeds voortduren.
Lange rente:
De lange rente (basis is 10-jaars swaprente) heeft uiteindelijk een behoorlijke daling laten zien, van begin van het jaar op een niveau van +0,21% om op 9 maart 2020 een negatieve stand van ruim -/-0,3% te noteren. Bij het ook in West Europa uitbreken van de corona pandemie liep de rente snel op naar een positieve waarde, vanwege de enorme onzekerheid. Met alle genomen maatregelen door centrale banken en overheden om de economie te stutten zakte de rente terug naar een negatieve waarde. Op 31 december was de 10-jaarsrente -/- 0,26%. Wij hielden in de begroting 2020 rekening met een bandbreedte voor rente op leningen met een lange looptijd tussen 0,0% en 1,1% en rekende in de begroting voorzichtigheidshalve met 1,1%. De rente voor de nieuwe lening kwam uit op +0,25%. Zie ook het onderdeel financiering verderop in deze paragraaf.
De voorspellingen voor 2021 zijn erg lastig te maken, omdat alles afhankelijk is van hoe snel de vaccins aanslaan en de huidige beperkingen kunnen worden losgelaten en de economische groei weer op gang komt. De voorlopig inschatting voor 2021 is een bandbreedte van -/- 0,30 tot +0,3% van de rente voor leningen met een lange looptijd.
In de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing wordt er rekening mee gehouden dat de feitelijke rente anders kan verlopen. In de alinea (3.2.1.) over renterisicobeheer blijkt dat een eventuele rente stijging gedempt wordt door een grotere spreiding van de leningenportefeuille dan de wettelijk kaders voorschrijven.
Met betrekking tot de Wet schatkistbankieren kunnen wij melden dat wij in 2020 geen geld gestald hebben in Rijks schatkist. Voor de berekening van het drempelbedrag verwijzen wij u naar de bijlage 4.10 Treasury.
De Wet Hof (Houdbare overheidsfinanciën) speelt een belangrijke rol met betrekking tot de investeringsruimte (grof vertaald meer kasuitgaven dan inkomsten) voor de decentrale overheden en het Rijk. Uiteindelijk is besloten om voor 2020 een landelijke EMU-tekortnorm van 0,27% van het bbp voor alle gemeenten gezamenlijk te hanteren. Wij hebben over 2020 veel minder geld uitgegeven dan er binnen kwam. Dit hele criterium heeft op dit moment nauwelijks aandacht vanwege de corona crisis en dat is begrijpelijk. Desalniettemin zaten wij ruim binnen de norm. De vooraf bepaalde referentiewaarde was € 21,7 miljoen. In werkelijkheid zijn wij uitgekomen op -/-€ 43,3 miljoen.
Eind 2014 is de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) als onderdeel van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO) aangepast. De beperkingen die zijn opgelegd gaan minder ver dan bij de overige publieke entiteiten. De ratingeisen voor de mogelijke tegenpartijen zijn aangepast aan de huidige realiteit, dat willen zeggen dat er wettelijk nu een single A-rating als ondergrens geldt. Wij hanteren in ons treasurystatuut voorlopig nog een ondergrens van AA-. Vanuit spreiding in de financieringsvormen ligt de voorkeur bij nieuwe financieringen niet op de eerste plaats bij de inzet van rente-instrumenten. In de prijzen van de nieuwe leningen houden we rekening met een opslag, de zogenaamde liquiditeitstoeslag. Deze bewoog de afgelopen periode op het niveau van circa 0,15% bij een 10-jaars lening, waarbij tijdens het begin van de Covid-19 uitbrak even wat hoger lag. We verwachten dat deze opslag in 2021 op ongeveer hetzelfde niveau zal liggen.
De administratieve organisatie van de treasuryfunctie is georganiseerd conform het door ons in 2014 vastgestelde Treasurystatuut. In 2020 heeft er kleine aanpassing op het statuut plaatsgevonden, hierdoor konden operationele activiteiten eenvoudiger worden uitgevoerd. Het gehele treasurystatuut wordt naar verwachting in 2021 geactualiseerd.