Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

2.1.2 Financiële positie in vogelvlucht

In het bestuursakkoord 2018-2022 "De kracht van Apeldoorn" en ons collegewerkprogramma "Krachtig verder" gaven we aan dat financieel herstel speerpunt blijft. We willen voldoende eigen vermogen hebben bij een solvabiliteit van tenminste 20%. De schuldpositie willen we klein houden. Risico’s spelen hierbij een tweeledige rol: enerzijds zorgt het financieel herstel voor een stevige buffer om mogelijke risico’s op te vangen, anderzijds kan de omvang van risico’s (het tempo van) dit financiële herstel beïnvloeden.

Op basis van deze jaarrekening kunnen we concluderen, dat we onze doelstelling van financieel herstel hebben bereikt. We hebben een eigen vermogen opgebouwd van € 137 miljoen en een algemene reserve van bijna € 96 miljoen. Daarbij komt nog het rekeningresultaat van ruim €17 miljoen. Onze solvabiliteit is gestegen boven 20% en onze schuldquote is verder gedaald. We hebben een voldoende weerstandsvermogen.

De grafiek hieronder toont het beeld van ons financieel herstel afgelopen 10 jaar met het dieptepunt in 2011 en het geleidelijk herstel sinds de vaststelling van de zomernota 2012.
In de zomernota richtten we ons financieel herstel op herstel van de negatieve algemene reserve met als ijkpunt: een algemene reserve van minimaal € 15 miljoen in 2022. Dat leek toen ver weg. Met de decentralisatie van het sociaal domein namen onze budgetten en risico’s echter fors toe. Daarom hebben we in 2015 de lat voor financieel herstel hoger gelegd en met u nieuwe ijkpunten afgesproken: weerstandsvermogen, solvabiliteit en schuldquote.

De financiële buffer, die we sinds 2012 opgebouwd hebben en de lage schuldquote geven een solide financiële basis voor de toekomst. Toch zijn we nog niet uit de financiële zorgen. We zitten nog midden in de coronapandemie met alle onzekerheden van dien en onze begroting is in de jaarschijven 2023 en 2024 nog niet structureel sluitend. Hier rest nog een opgave, die we in de voorjaarsnota 2021 zullen oppakken.

Indicator / kengetal

Peildatum / verwerkt in P&C-document

31-12-2018

1-9-2019

31-12-2019

1-9-2020

31-12-2020

Rekening 2018

Begroting 2020

Rekening 2019

Begroting 2021

Rekening 2020

Norm

a

Weerstandsvermogen AD

0,93

1,37

1,52

1,44

1,83

>1

b

Eigen Vermogen (* 1 miljoen)

€ 120,30

€ 108,40

€ 128,40

€ 138,10

€ 154,10

c

Netto schuldquote

85,99%

94,44%

92,04%

94,22%

75,78%

<100%

d

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

77,34%

87,18%

83,42%

87,55%

69,09%

<90%

e

Solvabiliteitsratio

16,25%

14,08%

16,99%

17,79%

21,68%

>20%

f

Structurele exploitatieruimte

-0,73%

0,32%

1,96%

0,48%

2,36%

>0,6%

g

Grondexploitatie

7,98%

2,38%

6,66%

1,39%

2,93%

<20%

h

Belastingcapaciteit

98,31%

96,08%

96,21%

102,45%

102,45%

<95%

 
Toelichting.
De laatste jaren hebben de oplopende tekorten in het sociaal domein het ingezette financiële herstel sterk beïnvloed. Het weerstandsvermogen, onze schuldquote en solvabiliteit bleven op ongeveer hetzelfde niveau hangen. De oplopende tekorten op Jeugd en WMO hebben invloed  op het ingezette financiële herstel. In de MPB 2021-2024 schreven we: 'We zijn nog niet waar we financieel gezien zouden willen zijn. Het is onzeker of de ingezette ombuigingen binnen het sociaal domein kunnen worden gerealiseerd en voor de jaarschijven 2023 en 2024 zijn nog forse extra ombuigingen noodzakelijk om de begroting sluitend te maken.'
In 2020 zijn we geconfronteerd met de gevolgen van het Covid-19 virus. Dat heeft effect gehad op de gemeentelijke activiteiten en onze inkomsten en uitgaven. Het Rijk en ook de Provincie hebben de samenleving en de gemeenten met financiële steunpakketten gecompenseerd en wij hebben deze middelen lokaal ingezet.  De effecten van Covid op langere termijn kunnen we nog niet overzien. Daarom hebben we een risico COVID opgenomen.

Nu, op basis van deze jaarrekening, ziet het beeld er zonniger uit.
We hebben een beter beeld van de ontwikkelingen in het sociaal domein (Jeugd en WMO) en deze zien er financieel beter uit dan waar we halverwege vorig jaar vanuit gingen. De maatregelen, die we eerder genomen hadden gaan werken en het volume neemt minder toe dan we verwacht hadden.  Daarnaast heeft het Rijk op basis van het onderzoek van AEF in december 2020 aangegeven dat de gemeenten ontoereikend worden gecompenseerd. Dat gaat om forse bedragen.  Het kan haast niet zo zijn dat het Rijk hierop niet gaat acteren. Dit heeft ertoe geleid dat de risico's in het sociaal domein fors zijn verlaagd.
Aanvullend verwachten we dat de herverdeling van het gemeentefonds ertoe zal leiden dat de algemene uitkering van de gemeente Apeldoorn fors hoger zal worden.

Het positieve beeld zien we ook terug in onze kengetallen.
De risico’s zijn lager geworden. Ons eigen vermogen inclusief rekening resultaat is gegroeid. We zien dat mede als gevolg van Corona een aantal in 2020 geplande activiteiten en projecten nog niet (volledig) is uitgevoerd. Dat heeft geleid tot een hogere reserve overlopende posten.    We zien, dat de inkomsten van de gemeente vooral door incidentele bijdragen (Corona, subsidies, verkoopresultaat Grondbedrijf, correctie BTW) fors zijn toegenomen, wat mede geleid heeft tot het positieve rekeningresultaat van € 17,1 miljoen.

De onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van de financiële kengetallen.
We hanteren hierbij de normen zoals we die eerder afspraken in het bestuursakkoord en het collegewerkprogramma. Voor de kengetallen onder f,g en h gebruiken we de normen van de Provincie Gelderland.

IJkpunten

Netto schuldquote gecorrigeerd (verplicht)
De netto schuldquote geeft een waarde aan onze liquiditeitspositie (zie ook hoofdstuk 2.3.4 in de Paragraaf Financiering). Voor een financieel gezonde situatie moet deze netto schuldquote lager zijn dan 90%. Voor de schuldquote gecorrigeerd houden we de volgende normen aan:

Netto schuldquote

<90%

<100%

100%<>130%

>130%

Kwalificatie

Goed

voldoende

Matig

Onvoldoende

De gecorrigeerde schuldquote blijft sinds 2018 (rekening 2017) onder de 90%. In 2018 en 2019 hebben we enkele grote investeringen gedaan (bijvoorbeeld Anklaar en verbouwing stadhuis) In 2020 is de netto schuldquote fors verbeterd. Zoals u in de balans en in de Paragraaf Financiering kunt zien, zijn de schulden behoorlijk afgenomen. Daarnaast heeft de hoogte van de baten invloed op dit kengetal. Die waren in 2020 hoger dan in 2019 en ook hoger dan begroot door subsidies van het Rijk en van Provincie Gelderland en extra algemene uitkering in verband met Corona.  Onze schuldquote van 69% is prima.

Solvabiliteitsratio
We hanteren de volgende normen voor onze solvabiliteit:

Solvabiliteit

≥  20%

15% <>20%

   10 %<>15%

   < 10%

Kwalificatie

Goed

Voldoende

Matig

Onvoldoende

We willen onze solvabiliteit terugbrengen op het niveau van 2008. We hebben afgelopen jaren onze solvabiliteit kunnen verbeteren, bijvoorbeeld omdat we de extra precario-opbrengst van Liander hebben toegevoegd aan de algemene reserve.  Door de ontwikkelingen, die we hierboven hebben toegelicht hebben we nu een mijlpaal bereikt met een solvabiliteit van 21,68%. Voor het eerst in lange tijd is deze hoger dan 20 % en op het gewenste niveau.

Weerstandsvermogen
Het risicoprofiel van de gemeente Apeldoorn was in de afgelopen jaren fors gestegen. Nu we een beter beeld hebben van de effecten van de genomen beheersmaatregelen en we extra middelen verwachten van het Rijk voor Jeugd en WMO en als gevolg van herverdeling van het gemeentefonds is ons risicoprofiel verbeterd. Onze eigen vermogen is gegroeid naar € 137 miljoen. Daarbij komt dan nog het rekeningresultaat 2020 van €17,1 miljoen. Het weerstandsvermogen is 1,83. Dat geeft aan, dat we voldoende buffers hebben om onze risico's op te vangen.

Weerstandsvermogen

W > 2,5

1,5 < W<2,5

1 < W< 1,5

W< 1

Kwalificatie

Goed

voldoende

Matig

Onvoldoende

Overige kengetallen
De structurele exploitatieruimte geeft de flexibiliteit van de begroting aan. In hoeverre zijn de exploitatielasten en baten incidenteel. In 2020 hebben onder andere we incidentele extra inkomsten en uitgaven als gevolg van Corona, subsidies zoals vanuit de regiodeal, een eenmalige teruggave van BTW en extra afschrijving van vastgoed.
Onze grondexploitatie is beperkt en de risico’s van het Grondbedrijf zijn afgedekt door de Algemene Reserve Grondbedrijf en de risicovoorziening van het Grondbedrijf (zie 2.1.4.2).
De belastingquote (lokale woonlast t.o.v. landelijk gemiddelde woonlast meerpersoonshuishoudens) geeft aan in hoeverre de gemeente in geval van een structureel exploitatietekort ruimte heeft om met belastingverhoging tot een sluitende begroting te komen.  Onze belastingquote is hoger dan gemiddeld als gevolg van de tariefverhogingen van OZB en afval in 2020. Onlangs heeft Coelo de 'kerngegevens grote gemeenten 2021' gepresenteerd. Daar zien we dat het gemeentelijk beleid om per 2021 onze OZB met niet meer dan inflatie te verhogen en de geringe tariefsverhoging van afval in 2021 positief uitwerkt. Onze woonlasten zitten in 2021 op het niveau van het landelijk gemiddelde en zullen bij voortzetting van dit beleid verder dalen.

Deze pagina is gebouwd op 06/15/2021 13:02:56 met de export van 06/15/2021 12:34:10