Op dit programma verantwoorden we een veelheid en diversiteit aan onderwerpen. Op totaalniveau zien we een voordeel van € 5,8 miljoen. We lichten de grootste afwijkingen toe. Algemene Uitkering (€ 10,9 miljoen voordeel) In de MPB 2020 hebben we inclusief drie begrotingswijzigingen rekening gehouden met een algemene uitkering van € 346 miljoen. We hebben € 10.9 miljoen meer ontvangen; een afwijking van 3,2% ten opzichte van de bijgestelde begroting. De compensatie van het Rijk voor extra kosten en derving van inkomsten als gevolg van corona was in 2020 van grote invloed op de algemene uitkering. In onze raadsbrief 2020-044668 (gevolgen meicirculaire) en in de Tussentijdse rapportage 2020 hebben wij aangegeven, dat wij een voordeel op de algemene uitkering van € 6,5 miljoen verwachtten. Veroorzaakt door een hoger accres gemeentefonds dan waarmee op basis van de meicirculaire 2019 in de MPB 2020-2023 rekening was gehouden. Hogere loon- en materiële uitgaven bij het Rijk waren de belangrijkste redenen voor de groei van accres. In onze raadsbrief 2020-071093 over de gevolgen van de septembercirculaire en in de rapportage Grote verschillen van 30 oktober 2020 hebben wij aangegeven, dat het voordeel op de algemene uitkering ten opzichte van de Tussentijdse rapportage nog met € 3,6 miljoen zou toenemen. Dit werd veroorzaakt door corona compensatie voor het derven van inkomsten (parkeergelden, marktgelden, toeristenbelasting etc.) en door het besluit van het Rijk om de jaarlijkse toename van de opschalings-korting op het gemeentefonds incidenteel te bevriezen. Daarmee verwachtten wij in de eerdere rapportages een voordeel op de algemene uitkering van € 10,1 miljoen. Het werkelijke voordeel in deze jaarrekening is uitgekomen op € 10.9 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door nabetalingen over de jaren 2017, 2018 en 2019. Wij hebben bij de verwerking van de corona compensatie in de algemene uitkering rekening gehouden met de adviezen van de commissie BBV. Mogelijke nabetalingen over 2020 die het kabinet in de Steun- en herstelpakketten heeft aangekondigd, verwerken wij daarom pas in 2021. OZB (€ 0,7 miljoen nadeel) Het aantal verminderingen als gevolg van bezwaar en beroep is meer (€ 0,4 miljoen) dan wij in onze prognose hebben meegenomen en was er meer leegstand (€ 0,1 miljoen) dan geprognosticeerd. Daarnaast was er minder areaal dan begroot . Het effect van Corona is ook meegenomen en betekent dat er nog uitstel van betaling is verleend en het percentage oninbaar hoger is uitgevallen dan verwacht. Dit effect is echter gering. Overige belastingen (€ 1,4 miljoen nadeel) Door minder overnachtingen als gevolg van de coronamaatregelen valt de opbrengst toeristenbelasting € 944.000 lager uit dan begroot. Daarnaast heeft uw raad heeft in januari 2021 besloten om voor 2020 geen precariobelasting terrassen op te leggen (financiële effect € 150.000) en geen reclamebelasting (ad € 405.000) te heffen. Overige baten en lasten (€ 8,2 miljoen nadeel) Dit taakveld vertoont een nadeel van € 8,2 miljoen, dat met name veroorzaakt wordt door technisch administratieve boekingen vanwege de boekhoudvoorschriften BBV. Het betreft een correctie op vooruit ontvangen subsidies van de BROA (€ 6,2 miljoen), de correctie op risico uren (-€ 2,3 miljoen) en de stelpost onderuitputting kapitaallasten (€ 0,9 miljoen). Verder zien we in de realisatie dat er bij een aantal eenheden vacatures vertraagd, of niet zijn vervuld. Corona speelt hierbij een belangrijke rol. Ook is er in een aantal gevallen extra ingehuurd. Per saldo levert dit een voordeel op van € 1,3 miljoen. Dit voordeel wordt gestort in de bedrijfsvoeringsreserve. Tenslotte is de post onvoorzien van €170.000 in 2020 in z’n geheel ingezet ten behoeve van Corona. Mutaties reserve (€ 4,9 miljoen voordeel) Deze post kent veel verschillende mutaties, we lichten de grootste afwijkingen toe. Als eerste is de geplande afdracht van € 2,5 miljoen vanuit de algemene reserve grondbedrijf aan de algemene reserve is in deze jaarrekening verwerkt (effect 0). Verder is de verkoop van de locatie aan de Tuinen van Zuidbroek is uiteindelijk niet doorgegaan, omdat de beoogd koper zijn businesscase niet sluitend kreeg. Daarmee is de begrote onttrekking van € 0,4 miljoen uit de Algemene Reserve naar aanleiding van het besluit ten aanzien resultaat Jaarrekening niet aan de orde. Bij de bedrijfsvoeringsreserve zien we een storting vanwege het positief saldo op de kostenplaats salarissen van € 1,6 miljoen. Daarnaast wordt er € 0,6 miljoen onttrokken voor bedrijfsvoeringskosten m.n. op het gebied van het cultuurtraject en het beheersplan. De storting vanaf de kostenplaats personeel leidt ertoe dat er meer in de bedrijfsvoeringsreserve is gestort dan toegestaan (€ 2,0 miljoen); het meerdere van € 0,7 miljoen wordt onttrokken aan deze reserve en teruggestort ten gunste van de algemene dienst. Per saldo leiden de mutaties in de bedrijfsvoeringsreserve tot een nadeel van € 0,3 miljoen. Verder stellen we voor om een aantal posten via de reserve overlopende projecten over te hevelen naar 2021 (nadeel € 0,4 miljoen) Tenslotte leidt de eerder genoemde technische correctie op de post vooruitontvangen subsidies van de BROA tot een voordeel van € 6 miljoen. Hierboven hebben wij de grootste verschillen verklaard. Voor een verdere toelichting op de overige verschillen > € 0,2 miljoen verwijzen wij u naar de jaarrekening. |